Ontwikkelingen vanuit de paragrafen
Paragrafen
Covid-19
Covid-19
Wij zijn trots op de Houtense dynamiek en hechten grote waarde aan de culturele- en sociaal-maatschappelijke kracht en de kracht van het Houtense bedrijfsleven. Dit willen wij ook gedurende en ná de corona-crisis behouden. Daarom hebben wij op 7 april 2020 besloten tot een pakket aan hulpmaatregelen voor het ondersteunen van onze lokale ondernemers, zzp’ers, sociaal-maatschappelijke organisaties, (sport)verenigingen en culturele instellingen. Op 2 juni 2020 hebben wij de werking hiervan verlengd tot 1 september 2020.
Het beoogd effect van deze hulpmaatregelen is: “de gemeente Houten kan, in samenhang met andere overheden en organisaties, haar aandeel leveren om de liquiditeit in de periode 1 maart - 1 september 2020 te waarborgen en daarmee zoveel mogelijk er voor te zorgen dat ondernemers, zzp’ers, maatschappelijke organisaties en (sport)verenigingen ook na de crisis voort kunnen bestaan. Tevens kan de gemeente Houten hiermee een goed voorbeeld geven en anderen vragen hun voorbeeld te volgen. De kansen voor de lokale gemeenschap te verbeteren en de sociale cohesie zoveel mogelijk te behouden”.
Aanvullend op de besluitvorming over deze algemene hulpmaatregelen zijn specifieke besluiten genomen over steunaanvragen van ondernemers, zzp’ers, maatschappelijke organisaties en (sport)verenigingen. Op basis hiervan kunnen we stellen dat gegeven de omstandigheden het culturele, sociale en bedrijfsleven van onze gemeenschap ook tijdens de corona-crisis in heel 2020 redelijk in stand is gehouden.
Lokale heffingen
Lokale heffingen
Bij de vergelijking van de belastingdruk per huishouden (bruto-woonlasten) van Houten met de andere gemeenten uit de provincie Utrecht neemt Houten in 2020 de 11eplaats in, in 2019 was dat nog de 8eplaats. Daarbij is de 1e plaats voor de goedkoopste gemeente van de 26 Utrechtse gemeenten. De calculatie voor de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens (mphh) die Coelo hanteert, resulteert voor Houten in een bedrag van € 789 en landelijk een 181e plaats (in 2019 positie 128).
Weerstandsvermogen
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor we geen maatregelen hebben getroffen, maar wel van materiële betekenis kunnen zijn. Naarmate het weerstandsvermogen hoger is, zijn we financieel meer in staat de tegenvallers die uit deze risico’s voortkomen, op te vangen.
De weerstandscapaciteit zijn middelen die vrij besteedbaar zijn zonder aanpassing van begroting of beleid. De weerstandscapaciteit bestaat uit het vrije deel van de algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit en begrotingspost onvoorzien. Onderstaande tabel laat de omvang hiervan zien (€ 5,9 mln).
x € 1.000 | |||
Weerstandscapaciteit | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1-1-2021 |
Vrij deel algemene reserve | 2.914 | 2.914 | 2.914 |
Resultaat 2020(excl. winstneming grondexploitatie | 771 | ||
- provinciale minimumnorm | 2.509 | 2.511 | 2.511 |
- boven de provinciale minimumnorm | 405 | 403 | 812 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 2.510 | ||
Stelpost onvoorzien | 64 | ||
Totaal | 2.914 | 2.914 | 5.946 |
Het vrij besteedbare deel van de algemene reserve eind 2020 is onveranderd gebleven ten opzichte van eind 2019 en bedraagt € 2,914 miljoen.
Uitgangspunt hierbij is dat het jaarrekeningresultaat 2020 niet aan het vrije deel van de algemene reserve wordt toegevoegd.
Begin 2021 wordt de omvang € 3,3 mln en voldoen wij aan de minimumnorm die de provincie aan de vrije reserve stelt. Vanuit haar rol als toezichthouder hanteert de provincie als norm een omvang gebaseerd op € 50 per inwoner. Met een inwonersaantal van 50.223 inwoners eind 2020 vereist de reserve een minimumomvang € 2,5 mln.
De financiële gevolgschade van onze risico’s schatten we in op € 4,0 mln. De belangrijkste hiervan zijn:
- In 2021 nog onvoldoende sturing op structurele kostenontwikkeling jeugdhulp en Wmo (€ 2,1 mln);
- Vertraging in de recreatieve ontwikkeling van Fort Honswijk en de Honswijkerplas bij Tull en 't Waal (€ 0,4 mln);
- Ineffectieve biologische bestrijding van woekerplanten en onkruid (€ 0,2 mln).
Met een weerstandscapaciteit van € 5,9 mln en gevolgschade van onze risico’s van € 4,0 mln komt de ratio van het weerstandsvermogen uit op 1,5. Volgens de uitgangspunten van het beleidskader ‘Risicomanagement en Weerstandsvermogen’ is deze uitkomst als ‘ruim voldoende’ te kwalificeren.Continue monitoring blijft echter geboden, ook omdat ontwikkelingen voorzien zijn (de zogeheten kwalitatieve risico’s) die op termijn tot een risico kunnen leiden en mogelijk op het weerstandsvermogen een aanspraak doen.
Financiering
Financiering
Houten heeft in 2020 de renterisiconorm met € 9,6 miljoen overschreden (risico met betrekking tot herfinanciering en renteherziening). Grotendeels veroorzaakt door € 32 miljoen aan aflossingen.
De kasgeldlimiet is in het 1e, 2e en 4e kwartaal overschreden (limiet voor de financiering met kort geld). Reden hiervoor zijn de achterblijvende grondverkopen in 2020. Vanwege de lage rente is de financieringsbehoefte zoveel mogelijk met kasgeld gefinancierd. In 2020 is er voor € 20 miljoen aan vaste leningen afgesloten.
Houten draagt in 2020 landelijk positief bij aan het EMU-saldo. De schuldpositie daalt ten opzichte van 2019. De nacalculatorische omslagrente komt in 2020 afgerond uit op 1,5% en is daarmee gelijk aan de begrote omslagrente. Met betrekking tot de wet schatkistbankieren heeft Houten de gemiddelde drempelwaarde van € 0,8 miljoen in 2020 niet overschreden.
Bedrijfsvoering
Bedrijfsvoering
De ambtelijke organisatie werkt gedreven om de dienstverlening aan onze Houtense samenleving op een hoog niveau te hebben en te houden. Het vergroten van de wendbaarheid van onze organisatie is hierbij een belangrijke voorwaarde voor succes. Daarmee wordt bedoeld dat medewerkers en management de vaardigheid hebben om te variëren in de manier waarop het werk wordt georganiseerd, de manier waarop sturing vorm wordt gegeven en de manier waarop samenwerking vorm krijgt. Kunnen variëren is belangrijk, omdat het moet passen en effectief moet zijn voor de opgave die centraal staat.
Om dit te bewerkstelligen kenmerkt de ontwikkeling van de organisatie zich door het centraal stellen van een aantal principes.
|
---|
|
|
|
|
|
Hoe belangrijk wendbaarheid is, heeft het jaar 2020 wel bewezen. De Coronapandemie heeft veel flexibiliteit gevraagd van de Houtense samenleving, het bestuur en daarmee ook van de ambtelijke organisatie. En hoewel veel geplande ontwikkelactiviteiten, gericht op het verder ontwikkelen van bovenstaande principes, daardoor veelal niet de gewenste uitvoering hebben gekregen, is er wel sprake geweest van ‘leren in het werk’. Er is veel gevraagd van de flexibiliteit en het uithoudingsvermogen van de medewerkers en de ambtelijke organisatie heeft zich veerkrachtig en wendbaar getoond. Het biedt een basis om op voort te borduren bij de verder doorontwikkeling van de organisatie. Zie voor meer informatie Paragraaf Bedrijfsvoering.
De technologische ontwikkelingen gaan steeds sneller. Het belang van Informatie en digitalisering neemt alleen maar toe. Een ontwikkeling die we natuurlijk ook in Houten zien en die we goed volgen.
Het afgelopen jaar is er een start gemaakt met het opstellen van een programma Informatie. Belangrijke punten in dit programma zijn:
- Informatiegestuurd werken
- Digitalisering meest geleverde producten
- Digitaal werken
- Ontwikkelingen vakgebieden
- Informatieveiligheid en privacy
- Innovaties
In de paragraaf Bedrijfsvoering wordt nader ingegaan op bovengenoemde ontwikkelingen.
De stand van de bestemmingsreserve Organisatieontwikkeling is per 31 december 2020 € 1,685 miljoen. De besteding van deze bestemmingsreserve is gericht op de inzet voor tijdelijke versterking van de organisatie, flankerend personeelsbeleid / loopbaanoriëntatie en vitaliteitsbeleid in de periode 2021-2025.
De mutaties in de bestemmingsreserve Organisatieontwikkeling zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Tabel: mutaties bestemmingsreserve Organisatieontwikkeling | x € 1.000 |
---|---|
Stand 31-12-2019 | 1.872 |
Onttrekkingen 2020: | |
Tijdelijke versterking van de organisatie | 69 |
Werkbudget versterking organisatie | 74 |
Flankerend personeelsbeleid / loopbaanoriëntatie | 44 |
Totaal onttrekkingen | 187 |
Stand 31-12-2020 | 1.685 |
De middelen per 31 december 2020 zijn als volgt te specificeren:
- Reservering voor tijdelijke versterking van de organisatie (€ 0,475 miljoen)
- Reservering voor flankerend personeelsbeleid / loopbaanoriëntatie (€ 0,797 miljoen)
- Reservering in het kader van vitaliteitsbeleid (€ 0,413 miljoen)
Deze middelen zijn gereserveerd voor flankerend personeelsbeleid als gevolg van een snelle veroudering van het personeelsbestand de komende jaren. Dit gekoppeld aan de stijgende AOW-leeftijd vraagt extra aandacht voor de vitaliteit (zeker voor wat betreft de functies in de buitendienst) van onze medewerkers. Maar ook voor het borgen van kennis, ervaring et cetera in de organisatie bij toekomstige uitstroom als gevolg van (vervroegde) pensionering. In de periode 2021-2025 zullen circa 20 medewerkers met (vervroegd) pensioen gaan. In de jaren daarna neemt dit aantal snel toe. Dit betekent ook dat er flinke impulsen moeten worden gegeven aan de verjonging van het personeelsbestand. Dit laatste kan alleen door de jonge generatie via op hen toegesneden moderne arbeidsmarktcommunicatie te bereiken.