Overzicht verbonden partijen

Zeist

Voor de inwoners van regio Utrecht en toekomstige generaties werkt de GGDrU - samen met anderen - aan een samenleving die gericht is op gezond en veilig leven, waarin iedereen uitgenodigd wordt om mee te doen en gezonde keuzes te maken en waarin gezondheidsbedreigingen alert gesignaleerd worden.
De GGDrU is belast met de uitvoering van de wettelijke taken op het terrein van de openbare gezondheidszorg voor 26 gemeenten in de provincie Utrecht. De belangrijkste taak van de regionale gezondheidsdienst is het voorkomen van ziekten en het bevorderen van gezond gedrag en een gezonde leefomgeving.
De zorg is gebaseerd op de Wet publieke gezondheid (Wpg). De GGDrU voert voor Houten enkele wettelijke taken uit, zoals Jeugdgezondheidszorg (JGZ, 0-18 jaar),  infectieziektebestrijding, tbc-bestrijding, medische milieukundige zorg, technische hygiëne-zorg, seksuele gezondheid en inspecties kinderopvang. Daarnaast vraagt Houten inzet aan de GGDrU voor de uitvoering van onder meer forensische zorg, reizigersvaccinaties en het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).

26 gemeenten: Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Soest, Stichtse Vecht, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, IJsselstein, Utrechtse Heuvelrug, Utrecht en Zeist.

Het bestuur van de GGDrU bestaat uit het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Tot het bestuur van de GGDrU behoren ook bestuurscommissies en de adviescommissie ’Financiën en Bedrijfsvoering’. De gemeente Houten is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur en in de bestuurscommissie met 1 zetel en 3 stemmen. Het college van B & W heeft besloten voor beide gremia de portefeuillehouder gezondheidsbeleid af te vaardigen. Daarnaast zijn er regionale adviescommissies. De gemeenten in Lekstroom hebben besloten om het bestuurlijk platform van het sociaal domein hiervoor te benutten.

Samen leven

De GGDrU levert een bijdrage aan het deelprogramma Sport en gezondheid uit de begroting. Hierin richt het product gezondheidszorg zich enerzijds op het ondersteunen van kwetsbare mensen, anderzijds op het voorkomen van problemen door gerichte preventie. Het deelprogramma sluit aan bij één van de hoofddoelen van de Wmo zoals dit in het visie-document is geformuleerd: inwoners zijn in staat, door ondersteuning en begeleiding, zo volledig mogelijk en zo zelfstandig mogelijk, deel te nemen aan de maatschappij. De verschillende transities hebben ertoe geleid dat gemeenten meer taken en bevoegdheden hebben gekregen als het gaat om de zorg voor kwetsbare burgers. Gelet op bezuinigingen, de transities en het beroep op eigen verantwoordelijkheid, is investeren in preventie, waarbij inwoners zo lang mogelijk gezond en zelfstandig thuis kunnen (blijven) wonen noodzakelijk. Op basis van onderzoek van GGDrU richt Houten zich op de thema’s psychosociale gezondheid, gezond gewicht en bewegen en preventie ten aanzien van het gebruik van genotmiddelen. Veel informatie is te vinden in de gezondheidsatlas www.ggdatlas.nl.

De GGDrU levert een bijdrage aan het bevorderen van een gezonde bevolking door middel van onderzoek, advies en ondersteuning. De JGZ heeft een belangrijke signalerende functie als het gaat om de ontwikkeling van onze jeugd. Een andere belangrijke taak van de GGDrU is het verzamelen van epidemiologische gegevens waarmee de gemeenten hun beleid kunnen richten.

Onderdeel uitmaken van de verbonden partij GGDrU levert Houten voordelen op het gebied van (financieel) risicospreiding, bestuurlijke kracht en effectiviteit, kennis en expertise  en efficiency dankzij samenwerking met andere gemeenten én GGDrU zelf.

Houten is 1 van de 26 gemeenten die de openbare gezondheidszorg afnemen bij de GGDrU. Dit vraagt in de praktijk om afstemming met andere gemeenten op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau, om, waar nodig, gezamenlijke ambities en/of zienswijzen te kunnen aangeven bij de GGDrU als opdrachtgever.

De GGDrU heeft ingezet op de optimalisering van het applicatielandschap gebaseerd op de architectuur die door GGD-en is omarmd (PURA-architectuur). Daarnaast heeft de GGDrU zich vanaf 2020 ingezet op de eisen voortvloeiend op de Wet Digitale Overheid zoals voldoen aan standaarden voor elektronisch verkeer, regels over informatieveiligheid en over de toegang van burgers tot online dienstverlening.

Voor GGiD heeft in 2020 de focus gelegen op het verder bouwen van functionaliteit en inpassen in de GGD omgeving. De voortgang van de bouw is in 2020 vier keer ‘groots’ in samenhang getest. Door de toekomstige gebruikers is tijdens de informatie- en testsessies teruggekoppeld dat het een intuïtieve omgeving is waarbij ze het gevoel hebben er snel mee uit de voeten te kunnen.

De GGDrU kan betrokken worden bij de voorbereiding van de omgevingswet. Houten had nog geen omgevingsvisie in voorbereiding maar was wel bezig met de  voorbereiding van de Ruimtelijke Koers (RK). Dit traject was op een moment gestart dat er nog veel onduidelijkheid was over de omgevingswet en -visie. De GGDrU heeft in het kader van de mogelijkheid tot het insturen van een zienswijze op het Ontwerp van de RK, wel een zienswijze ingestuurd. Daarna zijn enkele gesprekken met hen geweest en waren zij aanwezig bij een kennissessie over lucht en geluid voor Raad.

In 2020 is er een nieuwe opdracht ‘Wmo toezicht’ geformuleerd. De voorbereidingen en implementatie zijn in Q4 2020 gedaan en de nieuwe opdracht is januari 2021 gestart. De hernieuwde opdracht is meer risico gestuurd en gaat gepaard met een aangepaste werkwijze en een nieuw toetsingskader. Deze zijn in samenspraak met gemeenten opgesteld waaronder de gemeente Houten. Er wordt nu meer ingezet op maatwerk en samenwerking.

Op basis van de bijgestelde begroting voor 2020 bedroeg de bijdrage € 1.899.463

niet van toepassing

www.ggdru.nl

Soest

De AVU werkt samen met en in opdracht van de Utrechtse gemeenten aan de verbetering van het milieu met betrekking tot afval. Daarbij wordt gestreefd naar het bereiken van een zo gunstig mogelijk effect, tegen zo laag mogelijke kosten. Namens de gemeenten zorgt de AVU voor de regie van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval (dus geen afval van bedrijven). De AVU doet dit door de organisatie en de regeling van transport, overslag, bewerking en verwerking van de grootste huishoudelijke afvalstromen.

De gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, de Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden (Vianen), Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.

Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden uit de gemeente Utrecht, te benoemen door de gemeenteraad en één deelnemer per overige gemeente. De portefeuillehouder Duurzaamheid is namens de gemeente Houten lid van het algemeen bestuur van de AVU.

Duurzame leefomgeving

De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel (plaatselijke) kennis beschikbaar is. Door inzameling en verwerking van huishoudelijk afval gezamenlijk aan te besteden worden dankzij grote hoeveelheden in de regel gunstige tarieven verkregen.

Alle gemeenten hebben belang dat het transport, overslag, bewerking en verwerking van de grootste huishoudelijke afvalstromen goed geregeld is. Alle gemeenten profiteren mee van de lagere aanbestedingskosten door het gezamenlijk aan te besteden en profiteren mee van de veelal lagere prijzen die worden geboden als er grote hoeveelheden afval voor langere termijn ter verwerking worden aangeboden.

De gemeente Houten levert zelf kennis aan de aangesloten gemeenten, maar profiteert ook van de kennis die de andere gemeenten inbrengen. Door het gezamenlijk aanbesteden van de grote stromen gescheiden ingezameld huishoudelijk afval, profiteren alle gemeenten van de besparing op de aanbestedingskosten en op de veelal gunstigere tarieven die worden geboden als het om grote hoeveelheden afval gaat.

Niet van toepassing.

De contracten voor de overslag en het verwerken van restafval en GFT liepen eind 2020 af. Begin 2020 zijn nieuwe contracten worden afgesloten.  De nieuwe verwerkingsprijzen zijn fors hoger en daarmee wordt de bijdrage aan de AVU vanaf 2021 en de daarop volgende jaren ook hoger.  
In 2020 hebben de VNG, de rijksoverheid en de verpakkingsindustrie nieuwe afspraken gemaakt over de inzameling en de verwerking van verpakkingen (PMD). Vanaf 1 april 2020 werd de verpakkingsindustrie weer zelf verantwoordelijke voor de verwerking van de ingezamelde verpakkingen en de afzet van het gerecyclede materiaal. Vanaf die datum hoefde de AVU de verwerking en afzet van PMD niet meer voor de gemeenten te regelen.
Mede door de coronacrisis, stagneerde de afzet van glas en papier naar het buitenland en daalde de opbrengsten van deze afvalstoffen. De hoeveelheden restafval en GFT stegen als gevolg van het thuiswerken.

De AVU is met Circulus Berkel en ROVA onder de naam CirkelWaarde een samenwerking gestart om nog meer schaalvoordeel proberen te behalen bij aanbestedingen en om nieuwe verwerkingsmethoden voor huishoudelijke afvalstoffen te onderzoeken en ontwikkelen. Zie: Home - CirkelWaarde

De bijdragen van de gemeenten worden hoofdzakelijk bepaald door het aantal ton afval dat via de AVU (contracten) wordt aangeboden bij de verwerkers. De Houtense bijdrage voor 2020  was geraamd op € 1.428.241 bij 49.974  inwoners , oftewel ofwel € 28,58 per inwoner.
Ondanks de tegenvallende opbrengsten van papier en glas en de grotere hoeveelheden afval die de gemeente afvoerde als gevolg van het thuiswerken, is de werkelijke bijdrage die Houten voor 2020 moet betalen 7% lager uitgevallen dan begroot: € 1.321.825 bij 50.183 inwoners oftewel € 26,34 per inwoner. De lagere bijdrage komt omdat de gemeente vanaf het tweede kwartaal niet meer hoeft te betalen voor het verwerken van de ingezamelde verpakkingen. Daardoor krijgt de gemeente echter ook een lagere bijdrage van de verpakkingsindustrie (Nedvang). Die vergoeding wordt rechtstreeks aan de gemeente betaald, en staat dus niet in de AVU-begroting en jaarrekening.

Statutair is vastgelegd dat de AVU zelf geen bestemmingsreserves of voorzieningen opbouwt. De nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing is in 2015 door het Algemeen Bestuur van de AVU vastgesteld. De belangrijkste conclusie die uit deze nota kan worden getrokken is dat een discontinuïteit in de afvoer en de verwerking van met name het huishoudelijk en het grof huishoudelijk restafval en het gft-afval kan leiden tot de kortdurende inzet van extra financiële middelen. De kans hierop wordt echter zeer klein ingeschat, daarom wordt bij de AVU geen weerstandsvermogen aangehouden (zie echter “Overige relevante gegevens”). De nota wordt eens per 5 jaar geactualiseerd en opnieuw vastgesteld. Kosten en opbrengsten worden één op één doorberekend aan deelnemende gemeenten. Als deelnemende gemeenten zelf een mogelijk financieel risico willen opnemen in de risicoparagraaf van hun begroting kan een bedrag worden aangehouden van € 17 per ton huishoudelijk restafval. Voor Houten zou dat gaan om een bedrag van ca. € 131.000. Omdat de meeste verwerkingscontracten langlopende contracten zijn met een bekende indexering, kunnen tarieven eigenlijk geen onverwachte tegenvallers opleveren. In 2020 zijn er desondanks tegenvallers geweest, zoals de stagnerende afzet van papier en gerecyclede verpakkingen.

De AVU heeft een convenant met de belastingdienst gesloten en geniet horizontaal toezicht.

www.avu.nl

Utrecht

Het recreatieschap de Stichtse Groenlanden is belast met de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van de diverse dagrecreatieterreinen. Daarnaast houdt het recreatieschap zich bezig met aanleg en beheer van recreatieve routes en routenetwerken voor wandelen, fietsen, paardrijden en kanovaren.

De gemeenten: Houten, Utrecht, Lopik, De Bilt, Nieuwegein, Woerden, IJsselstein, Stichtse Vecht, De Ronde Venen en de provincie Utrecht.

De gemeente Houten heeft een lid in het Algemeen Bestuur. Wethouder Bos is lid van het dagelijks en algemeen bestuur.

Duurzame leefomgeving

Het ontwikkelen en beheren van recreatievoorzieningen draagt bij aan de leefbaarheid van de gemeente Houten en de Utrechtse stadsregio.

Het belang is voor alle gemeenten en provincie gelijk,  namelijk goede recreatievoorzieningen voor de inwoners binnen handbereik. Gebruik van recreatievoorzieningen door inwoners zijn regelmatig niet gebonden aan de gemeente waar je woont. De ene gemeenten heeft door de ligging (bijv. langs de rivier Lek) en/of de het grotere, groene buitengebied meer ruimte voor opvang van recreanten dan een meer stedelijke gemeente zoals bijv. Utrecht of Nieuwegein.   

Voor onze inwoners is het van belang dat er voldoende recreatiemogelijkheden in Houten en de regio zijn.

Niet van toepassing.

Het jaar 2020 was een turbulent jaar voor het recreatieschap. Vanwege de corona-crisis en maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken, werden onze gebieden vaker en door meer mensen bezocht. De werkzaamheden en de werkdruk voor onze toezichthouders en beheer- en onderhoudsmedewerkers nam hierdoor toe. Tegelijkertijd moesten, vanwege dezelfde maatregelen, een groot deel van onze exploitanten in deze gebieden hun deuren gesloten houden en deden zij een beroep op het schap om minder huur/pacht te betalen. Daarnaast heeft het schap eind 2020 uitgesproken geen toekomst te zien in de wijze waarop de samenwerking momenteel georganiseerd is. Naar verwachting zal uitvoeringsorganisatie RMN geliquideerd worden en wordt het recreatieschap omgevormd tot een ander samenwerkingsverband met een ‘lichtere’ structuur.

De totale bijdrage van Houten voor 2020 bedroeg € 200.888 (Gemeentelijk aandeel in deze verbondenpartij bedraagt 6,6 %)

De kosten voor "RMN in transitie" worden vooralsnog P.M. geraamd. In de loop van 2021 komt hier meer duidelijkheid over. Financiele resultaten kunnen tegenvallen door bijvoorbeeld een slechte zomer met tegenvallende inkomsten of zoals afgelopen jaar de invloed van corona op de activiteiten.

De jaarrekeningcijfers 2020 zijn nog concept.

Recreatieschap Stichtse Groenlanden - Recreatie Midden-Nederland (recreatiemiddennederland.nl)

Utrecht

De VRU voert taken uit voor de gemeente Houten conform de Wet veiligheidsregio’s. Dit is opgenomen in de gemeenschappelijke regeling, vastgesteld met de 25 andere gemeenten binnen Veiligheidsregio Utrecht.
Voor de uitvoering van haar wettelijke taken dient de VRU, als onderdeel van een cyclisch proces iedere vier jaar de volgende documenten vast te stellen:

• Regionaal risicoprofiel: bevat een analyse van de risicovolle situaties en daarvan afgeleid de belangrijkste soorten branden, rampen en crises in de regio. Het regionaal risicoprofiel is afgestemd met de risicoprofielen van de buurregio’s en de netwerkpartners. Het risicoprofiel vormt de grondslag voor het beleidsplan.
• Beleidsplan: vormt het (strategisch) beleidskader voor de meerjarige beleidsperiode. In dit plan is richting gegeven aan de ambities van de VRU op het terrein van risicobeheersing, crisisbeheersing en brand-weerzorg.
• Een regionaal crisisplan: het crisisplan is in de plaats gekomen van het gemeentelijke rampenplan. Het crisisplan beschrijft de algemene organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing in de veiligheidsregio. In het crisisplan zijn de taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en afspraken over de randvoorwaarden, melding en alarmering, opschaling, gezag en informatievoorziening opgenomen.

De 26 Utrechtse gemeenten: Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.

Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht bestaat uit de
burgemeesters van de 26 Utrechtse gemeenten.

Veilige leefomgeving

Het zorgdragen voor en daar waar het kan verhogen van een (fysiek) veiligheidszorgniveau. Dit richt zich op activiteiten rondom de thema’s: externe veiligheid, brandveiligheid & brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing.

- Eenduidige en efficiënte inrichting van de brandweer
- Eenduidige aanpak van rampen en crises
- Eenduige aanpak brandweerzorg

De VRU inventariseert voor de gemeente Houten de risico’s (inhoudelijk en financieel) op branden, rampen en crises en adviseert hierover het bevoegd gezag.
De VRU organiseert voor de gemeente Houten de brandweerzorg met als taak: het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt.
De VRU bereidt zich voor op de bestrijding van branden en  organiseert de rampenbestrijding en de crisisbeheersing.
De VRU heeft de verantwoordelijkheid voor het instellen en in stand houden van een brandweer, GHOR, meldkamerfunctie, aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel en de informatievoorziening voor het gebruik tijdens calamiteiten.

Vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling.

Het hele jaar heeft vooral in het teken gestaan van de aanpak corona. Dit heeft ook impact gehad op de planning 2020 van de VRU. In de jaarrekening 2020 van de VRU zal hierop worden ingegaan.

In de jaarrekening 2020 van de VRU zal hierop worden ingegaan.

De bijdrage voor de VRU bedraagt € 2.289.000

Het grootste risico betreft het voordoen van grote rampen en calamiteiten in een regio gemeente, waardoor er een financieel risico ontstaat voor het bekostigen van de bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling VRU. Zoals nu kan worden voorzien worden de kosten die door de Veiligheidsregio is gemaakt, vergoed door het rijk.

www.vru.nl

Niet van toepassing

Nieuwegein

Uitvoering geven aan de Participatiewet en aanverwante regelgeving op het terrein van sociale zekerheid.

Lekstroomgemeenten Houten, IJsselstein, Nieuwegein en Lopik (Gemeente Vianen is vanwege de samenvoeging tot gemeente Vijfheerenlanden uitgetreden en hun dienstverlening ondergebracht bij de gemeenschappelijke regeling Avres)

De vier Lekstroomgemeenten zijn ieder met één bestuurder vertegenwoordigd in het bestuur van WIL. De portefeuillehouder Werk en Inkomen van Houten houdt zich binnen het WIL-bestuur bezig met het thema Transitie WIL en samenspel met gemeenten; inclusief het vraagstuk van de innovatieagenda en lokale werkteams (WIL 3.0).
Houten heeft de verordenende bevoegdheid niet overgedragen aan WIL.
Verordeningen worden door het bestuur van WIL als voorgenomen besluit ter vaststelling aangeboden aan de gemeente Houten.

Samen en leven

WIL verleent de dienstverlening op het terrein van de Participatiewet (voorheen Wet werk en bijstand). Die dienstverlening omvat bijstandsverlening, re-integratie, werkgeversdienstverlening, inkomensondersteuning en schuldhulp-verlening. WIL heeft een belangrijke rol als het gaat om beleidsvoorbereiding. WIL vertegenwoordigt de Lekstroom-gemeenten in de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden, waar de gemeente Utrecht centrumgemeente van is.  

Door het gemeenschappelijk te organiseren ontstaan er voordelen en mogelijkheden die niet zouden ontstaan als dit allemaal apart van elkaar wordt georganiseerd. Dit zijn zowel financiële voordelen met betrekking tot het efficiënter kunnen verstrekken van uitkeringen als voordelen doordat vacatures en projecten breder gedragen kunnen worden tussen de gemeenten. Door uitvoering en beleid met elkaar te organiseren kunnen meer initiatieven worden ontplooid en uitgevoerd. Hiermee ontstaat meer effectievere uitvoering, meer kwaliteit in de uitvoering en minder overhead.    

WIL is opgericht in het kader van uitvoering van de Participatiewet. Voor de burgers in Houten die afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering, van de Participatiewet voor een baan (bijvoorbeeld door middel van loonkostensubsidie) of ondersteuning van inkomen en minimaregelingen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Door dit gezamenlijk te organiseren binnen de regio kunnen efficiëntie-voordelen worden behaald, kunnen vacatures breed binnen de subregio worden gedeeld en kunnen nieuwe projecten worden gestart waaraan uit verschillende gemeenten voldoende klanten kunnen deelnemen. Het belang van Houten is daarmee het behalen van financiële voordelen en het bieden van meer mogelijkheden aan de inwoners die afhankelijk zijn van inkomensondersteuning en/of de Participatiewet. Kortom effectievere uitvoering met meer kwaliteit en meer financiële efficiëntievoordelen.

Het Participatiebudget werd tot 2019 uit solidariteit met elkaar gedeeld en ingezet voor klanten die het nodig hebben. In 2019 is een nieuw voorstel gedaan om de middelen die gemeenten krijgen vanuit het rijk voor participatie/re-integratie ook daadwerkelijk toe te laten komen aan inwoners uit de desbetreffende gemeenten. Omdat dit grote gevolgen heeft voor de gemeenten Lopik en Houten, die nadeelgemeenten zijn, en relatief gemiddeld per inwoner in de bijstand minder middelen dan Nieuwegein en IJsselstein krijgen om deze doelgroep te begeleiden naar werk is er een overgangsregime afgesproken. In 2019, 2020 en 2021 vindt er compensatie plaats aan Lopik en Houten, zodat vanaf 2022 het Participatiebudget dat de gemeente krijgt ook het budget is waarover een gemeente kan beschikken om de inwoner te begeleiden richting werk.

Middelen voor bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidies (het zogeheten BUIG-budget), middelen voor minimaregelingen en middelen voor bijzondere bijstand werden al niet met elkaar gedeeld, en per iedere individuele gemeente afgerekend.

De evaluatie van het innovatieprogramma dat in 2020 zou worden afgerond, waarbij gekeken wordt hoe de dienstverlening op het gebied van werk en inkomen het beste kan worden vormgegeven (wat lokaal en wat regionaal) is vanwege de Corona-crisis uitgesteld naar 2021. Er was te weinig informatie over het nieuwe lokale werken in een reguliere context om te evalueren.

 Er zijn stappen gemaakt in het integraal, mensgericht werken, dichtbij de inwoner en zo eenvoudig en eenduidig mogelijk voor de klant. Vooral door de doorontwikkeling van het project Op Koers, waarbij ook professionals van WIL op het vlak van inkomen / schulddienstverlening participeren. In de “normale werkprocessen” zit echter nog wel ruimte voor verbetering in de afstemming om het gewenste eindplaatje op het gebied van dienstverlening te bereiken. Hier wordt in 2021 en in 2022 op basis van de evaluatie innovatie-agenda verder invulling aangegeven.

De bijdrage van Houten aan WIL bedroeg in 2020 € 3.523.000.

Het resultaat van WIL is zowel begroot als werkelijk altijd 0. Dit komt doordat de Wil op werkelijkheid afrekent met de deelnemende gemeenten.

De uittreding van Vianen heeft vooral invloed gehad op de grootte van de flexibele schil van WIL, waardoor nu moeilijker incidenteel of nieuw beleid met eigen personeel kan worden uitgevoerd. Het dalende budget voor arbeidsontwikkeling door andere onderlinge afspraken tussen de gemeenten heeft in 2020 niet tot tekorten geleid, maar leidt tot een financiële uitdaging voor de toekomst.

www.wil-lekstroom.nl

n.v.t.

Wijk bij Duurstede

Het doel en de taken van het Regionaal Archief Zuid-Utrecht (RAZU), v.m. RHC Zuidoost Utrecht, worden in artikel 3 en 5 van de gemeenschappelijke regeling RAZU omschreven als:

• Uitvoering geven aan de Archiefwet 1995.
• Alsmede het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek.
• De zorg voor het beheer van de in de archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden van de deelnemers, zoals nader omschreven in de Archiefwet 1995.
• Het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de deelnemers voor zover deze niet zijn overgebracht.
• Het stimuleren van de lokale en regionale geschiedbeoefening en het daartoe aanleggen van de lokale en regionale geschiedenis.

Bunnik, Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Vijfheerenlanden

De RAZU heeft een één laagsbestuur. Iedere deelnemende gemeente levert een bestuurslid. Onze burgemeester is dit vanuit de gemeente Houten. In de besluitvorming geldt de meerderheid van stemmen. De stemverhouding is geregeld in artikel 8 van de gemeenschappelijke regeling: Ieder lid van het bestuur heeft een aantal stemmen afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente. Dit levert de volgende stemverdeling op: Bunnik 2 stemmen, Houten 6 stemmen, Rhenen 3 stemmen, Utrechtse Heuvelrug 5 stemmen, Vijfheerenlanden 6 stemmen en Wijk bij Duurstede 3 stemmen.

Duurzame leefomgeving

Bovengenoemde taken (zie achter doel) vloeien voort uit de Archiefwet. Deze wet verplicht overheidsinstellingen de archieven in goede, geordende en toegankelijke staat te bewaren. Daarnaast verplicht de Archiefwet overheidsinstellingen om archieven die ouder zijn dan 20 jaar en voor blijvende bewaring in aanmerking komen, toegankelijk te maken voor het publiek.
De hoofdtaken van dit samenwerkingsverband op archiefgebied zijn:

• Beheer van de oudere archieven,
• Toezicht en advisering,
• Beheer jongere archieven en
• Dienstverlening met inbegrip van publieksactiviteiten op cultuurhistorisch gebied.

Deze taken vinden hun wettelijke grondslag in de Archiefwet 1995. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de eigen archieven berustte tot 2006 bij de afzonderlijke gemeenten. Sindsdien ligt de verantwoordelijkheid bij het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling RAZU en worden de wettelijke taken door het RAZU uitgevoerd.

Doel van het RAZU is in het samenwerkingsgebied:

• uitvoering geven aan de Archiefwet; alsmede
• vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek.

De archiefwet schrijft voor dat een gemeente permanent te bewaren archiefbescheiden na 20 jaar overdraagt aan een archief bewaarplaats. Bovendien schrijft de archiefwet voor dat een onafhankelijke archiefinspecteur toezicht moet houden op de archieven/informatiehuishouding van een gemeente. Het RAZU voert deze taken uit waardoor de gemeente Houten aan haar wettelijke verplichtingen voldoet.
Door de fotowerkgroep zijn 15.000 foto’s van Houten en omgeving beschreven zodat deze voor onze inwoners via de digitale beeldbank van het RAZU toegankelijk zijn. Het is van belang dat naast de digitalisering de aanwezige kennis van de fotowerkgroep over het beeldmateriaal wordt vastgelegd. Door het ontsluiten via de website wordt de collectie toegankelijker voor inwoners, waardoor het historisch besef toeneemt.

Er zijn geen afspraken met de andere deelnemers binnen deze regeling.

• In 2020 heeft  de toetreding van Vijfheerenlanden tot de GR verder zijn beslag gekregen.
• De website van het RAZU is vernieuwd.
• Twee van de drie fasen van de e-depotpilot zijn afgerond met een rapportage.
• In 2020 zijn vier nieuwe medewerkers aangesteld. Het gaat hierbij om de archiefinspecteur, een informatieadviseur en twee medewerkers voor de studiezaal. De aanstelling van de informatieadviseur is tijdelijk en wordt bij een positieve evaluatie omgezet naar een vaste aanstelling.
• Ten gevolge van de coronacrisis heeft een verschuiving in de taakuitvoering plaatsgevonden.
• Er is onderzoek gedaan naar een data lek. In de onderzoeken zijn aanbevelingen gedaan die geleid hebben tot het ontwikkelen van nieuw beleid in de vorm van een Privacy Programma.

• Aan de beeldbank zijn foto's van Houten toegevoegd. Daarnaast waren er aanvullingen op de documentairecollecties van Houten.
• In 2020 is de nieuwe website ontwikkeld en online gezet. Dit is ter uitbreiden en verbeteren van de digitale publieksvoorzieningen overeenkomstig het beleidsplan.
• Ter verbetering van de kwaliteit van het informatiebeheer van de deelnemende gemeenten heeft het RAZU een aantal bijeenkomsten georganiseerd om kennis te delen in de vorm van werkgroepen. Daarnaast heeft het RAZU een aantal producten ontwikkeld ter ondersteuning van de gemeenten, zoals de advisering over het opstellen van een calamiteitenplan en een leidraad voor het inrichten van het vervangingsproces.

De totale lasten van de gemeenschappelijke regeling zijn voor 2020 € 910.588. De bijdrage van Houten hieraan is € 190.960

• Alle personeelsleden zijn in vaste dienst van de gemeente Houten en worden langdurig gedetacheerd bij het RAZU. De salariskosten worden volledig door het RAZU vergoed, behalve voor één medewerkster, waarvan de gemeente Bunnik de helft voor haar rekening neemt. Risico bestaat, dat deze medewerkers “normale” problemen krijgen als langdurige ziekte, niet functioneren etc. Het risico van bijvoorbeeld afkeuring of inzet van hulpverleners ligt dan bij de gemeente Houten. Verder zou de inzet van onze eigen Personeel & Organisatiediscipline incidenteel hoger kunnen blijken te zijn dan de bijdrage die we hiervoor jaarlijks van het RAZU ontvangen.
• Omdat het gehele statisch archief van de deelnemende gemeenten op één plaats geconcentreerd wordt, is bij een grote calamiteit (bijvoorbeeld brand) de kans aanwezig dat een belangrijk deel verloren gaat. Gezien de toe te passen veiligheidseisen bij de nieuwbouw wordt dit risico zeer laag ingeschat.

www.razu.nl

Niet van toepassing.

Utrecht

Uitvoering van vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavende taken milieu

Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Nieuwegein, Soest, Utrecht, Woudenberg en Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht

Het bestuur van de RUD Utrecht bestaat uit een Dagelijks Bestuur (DB) en een Algemeen Bestuur (AB).
Het DB bestaat uit vier wethouders namens de gemeenten en de gedeputeerde namens de provincie. Gemeente Houten maakt deel uit van het DB.
In het AB van de RUD Utrecht zijn alle opdrachtgevers vertegenwoordigd waaronder ook gemeente Houten (1 zetel door wethouder).

Duurzame leefomgeving

Een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving (in het kader van milieu)

Een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving (in het kader van milieu).

Kwalitatieve goede VTH-taakuitvoering op complexe milieudossiers

Geen

Toezicht professionele Asbest verwijdering is in 2020 niet overgedragen omdat de taak nog niet ge-audit kon worden (voorwaarde van Houten).

Op verzoek van Houten zijn in 2020 meer milieu-adviesvragen op het gebied van ruimtelijke ordening geleverd.

Traject ‘Kleur bekennen’ – wat verwachten we van de RUD in de toekomst (pure uitvoeringsdienst of meer dan dat)? Heeft geleidt tot een gezamenlijk gedragen ontwikkelingsrichting, namelijk; naar een Technisch adviserende uitvoeringsdienst.
Er is in 2020 een plan van aanpak opgestart om hier toe te komen, vaststelling en uitvoering van dit plan vindt in 2021 plaats.

De voorbereiding op taakverschuiving ‘Bodem’  van provinciaal bevoegd gezag naar gemeentelijk bevoegd gezag heeft plaatsgevonden. Er is inzichtelijk gemaakt om welke taken het gaat met een ruwe inschatting van de financiële gevolgen. Er is in 2020 geen duidelijkheid vanuit het Rijk gegeven over de compensatie van de nieuwe taak, daarnaast is er regionaal nog discussie over verdeling van de provinciale bodemtaken over RUD en ODRU. In 2021 wordt hierover mee duidelijk verwacht, eveneens over de financiering. Er zal voor Houten onder groot voorbehoud een ruwe inschatting van de financiële gevolgen worden gemaakt zodat rekening gehouden kan worden met een verhoogde bijdrage vanaf 1 januari 2022.

Het AB van de RUD heeft in 2020 besloten om de variabele bijdrage om te zetten in een vaste bijdrage, ongeacht de productie. Uiteindelijk is gebleken dat de productie voor het grootste gedeelte toch gehaald is waardoor alsnog een correctie (teruggaaf aan de deelnemers mogelijk was, waaronder ca. € 8000,- voor gemeente Houten.

RUD is wat betreft de uit te voeren VTH-taken beleidsarm.

De structurele bijdrage aan RUD Utrecht 2020 was € 226.000 (exclusief aanvullende opdrachten buiten de dienstverleningsovereenkomst).

*na begrotingswijzigingen

Vanaf 2022 krijgt de gemeente Houten nieuwe bodemtaken die voor het grootste deel verplicht bij de RUD moeten worden ondergebracht. De kosten hiervan worden nu met een groot voorbehoud in geschat op  € 35.000 tot € 40.000. Een compensatie vanuit het Rijk wordt verwacht echter de hoogte hiervan is nog volledig onduidelijk.  

www.rudutrecht.nl

Utrecht

Deze gemeenschappelijke regeling heeft tot doel uit overwegingen van kwaliteit, continuïteit en efficiency samen te werken bij de beleidsvoorberei-ding, heffing en invordering van waterschapsbelastingen en gemeentelijke belastingen, evenals bij de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken en het beheer en de uitvoering van vastgoedinformatie.

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, De Bilt, Utrecht, Houten, Nieuwegein, Bunnik, Lopik, Zeist en Utrechtse Heuvelrug.
Per 1-1-2020 is Stichtse Vecht als 10^de deelnemer toegetreden.

De gemeente Houten heeft één lid in het bestuur, waarbij dit lid bij besluitvorming 8 stemmen heeft van de 200(1 januari 2020 na de toetreding van Stichtse Vecht).

Algemene dekkingsmiddelen

In het kader van deze regeling worden de belangen van de deelnemers behartigd, elk voor zover het hun grondgebied en hun belangen betreft, op het gebied van:

1. de heffing en invordering van belastingen;
2. de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens op basis van die wet én het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden, en basisadministraties en basisregistraties.

De verwachting is dat de BghU in staat is om in de toekomst meer schaalvoordelen te behalen en blijvend te investeren in de kwaliteit van dienstverlening.

De afweging voor de toetreding was complex. De belastingtaak in Houten werd uitstekend uitgevoerd. De verwachting was echter dat de afgenomen, krappe bezetting in combinatie met toekomstige investeringen een toenemend risico waren voor aantasting van het hoge kwaliteitsniveau en de kosten van uitvoering. Daar stond de verwachting tegenover dat de BghU in staat was om in de toekomst meer schaalvoordelen te behalen en blijvend te investeren in de kwaliteit van dienstverlening.

Er zijn geen specifieke afspraken anders dan in het uitvoeringsprotocol. Bij de uitwerking van de nieuwe GR 2020 door de toetreding van Stichtse Vecht per 1-1-2020 is er ook voor gekozen om de uittredingsregeling specifiek uit te werken en is ook aandacht besteed aan toetreding tot de Werkgeversvereniging Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties(WSGO). Hierdoor heeft de BghU ook met een andere eigen CAO te maken, specifiek voor GR's..

Kernproces databeheer:

• Beheer Objecten (BAG, BRK)

De BRK-mutaties zijn grotendeels binnen 5 werkdagen verwerkt met uitzondering van (complexe) splitsingen en samenvoegingen waar men ook afhankelijk is van BAG-mutaties door de gemeenten. De BAG-gegevens-verwerking loopt volgens de wettelijk vastgestelde termijnen. Er zijn geen achterstanden geconstateerd.

• Beheer Eigenaren (BRK)

Er is een lichte achterstand in de volledigheid van de eigenarenmutaties. De maandelijkse mutaties zijn conform planning bijgewerkt maar er dient nog uitval van vorige maanden verwerkt te worden. De BRK-mutaties zijn grotendeels binnen 5 werkdagen verwerkt met uitzondering van de eventuele (complexe) afbakeningsmutaties.

• Beheer Gebruikers (NHR, BRP)

De BRP (GBAV) wordt conform afspraak verwerkt, er zijn geen noemenswaardige achterstanden in de verwerking van deze mutaties.
In de NHR is een achterstand van ongeveer 500 mutaties op het gebied van nieuwe vestigingen.

• Beheer Gebruik / Verbruik
  • Beheer WOZ-waarde:

Op dit moment zijn alle objecten voorzien van een modelwaarde;

• Op 1 oktober is 90% van de WOZ-objecten gewaardeerd in het kader van de herwaardering en waardeontwikkeling ;

• Op 1 december is conform eis Waarderingskamer 90% definitief gewaardeerd.

• Beheer Waterverbruik:

Er zijn op dit moment geen redenen om te constateren dat er achterstanden zijn in de verwerking van de gegevens met betrekking tot het waterverbruik.

• Beheer overige maatstaven:

Op basis van de beschikbare informatie.

Kernproces dienstverlening:

• De verdere ontwikkeling medewerkers dienstverlening door middel van communicatie cursussen (benaderen klanten, opstellen schriftelijke communicatie, et cetera).Dit is een continu proces. In 2019/2020 zijn er diverse verbeteringen in schriftelijke communicatie doorgevoerd.
• Het vormgegeven van een klanttevredenheidsonderzoek. Vanwege crisis niet het juiste moment.
• Het aanscherpen van onze schriftelijke communicatie met als doelstelling dat de schriftelijke communicatie voor iedere belastingplichtige eenduidig geïnterpreteerd kan worden en daarmee duidelijk is.
• Verbeteren van onze huidige kwaliteitscontroles. Dit doen we door middel van continue procesverbeteringen binnen onze procesteams. Het aanstellen van een tweede coördinator binnen dienstverlening gaat meer ruimte geven.
• Leren van onze “fouten” door veelvuldige communicatie in en tussen de procesteams.

Kernproces vorderen op maat:
Door eerder en gerichte stappen te zetten in het invorderingsproces is het streven om het aantal vorderingen te incasseren via de deurwaarder te verlagen. In de praktijk blijkt bijvoorbeeld dat in de laatste fase van het invorderingsproces, deurwaardersbeslag, betrokkene nog kwijtschelding aanvraagt en deze toegewezen krijgt.

Het betreft hier een uitvoeringsorganisatie, die zich niet bezig houdt met beleidsvoornemens. Dit is voor het onderwerp belastingen bij de gemeenten zelf gebleven.

€ 622.000

Geen

www.bghu.nl

Het voorstel aan het bestuur is om een bedrag van € 940.000 te bestemmen voor de ICT-transitie naar het nieuwe applicatielandschap. Het bedrag kan daarmee gestort worden in de bestemmingsreserve ICT. Door de overgang naar een SaaS-tenzij oplossing, dienen de lasten van de implementatie rechtstreeks in de exploitatie verantwoord te worden en is er geen sprake meer van een investering. De oorspronkelijke begroting 2021 ging uit van een ‘klassieke’ investering die geactiveerd en afgeschreven werd en daardoor zijn de eenmalige ICT-lasten voor 2021 nog niet voorzien

Den Haag

Het aanbieden van financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang, tegen zo laag mogelijke kosten. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid. Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. Met een balans van meer dan € 160 miljard is BNG Bank de vierde bank van Nederland.

Alle gemeenten en provincies

De gemeente Houten heeft in de aandeelhoudersvergadering één portefeuillehouder als vertegenwoordiger.

Algemene dekkingsmiddelen

BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Alleen overheden, namelijk het Rijk (50%), gemeenten, waterschappen en provincie mogen aandeelhouder zijn van de BNG. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.

Het aanbieden van financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang, tegen zo laag mogelijke kosten.

Het kunnen bankieren en het kunnen aantrekken van kredietfaciliteiten tegen gunstige condities.

Niet van toepassing.

We zijn tevreden met de financiële resultaten die we hebben behaald in 2020. De nettowinst over 2020 komt uit op EUR 221 miljoen, ondanks de zeer lage rentetarieven. De winststijging van 36% is vooral veroorzaakt door de in historisch perspectief hoge incidentele voorziening in 2019. Het renteresultaat van BNG Bank bedraagt EUR 477 miljoen. Het resultaat financiële transacties komt per saldo uit op
EUR 17 miljoen negatief. De daling van EUR 53 miljoen ten opzichte van 2019 is vooral veroorzaakt door de COVID-19-pandemie. Die heeft onder andere geleid tot hogere opslagen voor krediet- en liquiditeitsrisico’s van rentedragende waardepapieren en leningen, met lagere waarderingen als gevolg.
BNG Bank is een sterk gekapitaliseerde bank. Ratingbureau Fitch bevestigde recent de AAA-rating van BNG Bank, en ook Moody’s en S&P waarderen BNG Bank op het
hoogste ratingniveau. Daarmee behoort BNG Bank tot de veiligste banken ter wereld.

2020 is ook het jaar waarin we onze strategie hebben aangescherpt. BNG Bank is een bank die zich laat leiden door maatschappelijke impact. We hebben dit verwoord in onze purpose ‘gedreven door maatschappelijke impact’. We kiezen ervoor ons
exclusief te richten op het publieke domein en op het vergroten van maatschappelijke impact op vier Sustainable Development Goals (SDG’s):
- goede gezondheid en welzijn (SDG 3)
- kwaliteitsonderwijs (SDG 4)
- betaalbare duurzame energie (SDG 7)
- duurzame steden en gemeenschappen (SDG 11).
Om actief te kunnen sturen op het vergroten van maatschappelijke impact, gaan we deze impact meten en rapporteren.

De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. De gemeente heeft zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen (één stem per aandeel van € 2,50). Houten bezit 6.240 van de 55,69 miljoen aandelen. De BNG ziet voorlopig tot oktober 2021 af van dividenduitkeringen, op aanbevelingen van de ECB.

De onzekerheden in de markt, de lage rentetarieven en de verplichting tot schatkistbankieren (bij de rijksoverheid) voor de lagere overheden kunnen van invloed zijn op de activiteiten van BNG Bank. Dit kan een negatief effect hebben op de winst waaruit een lagere dividenduitkering volgt. Voor Houten is het maximale risico € 10.000 per jaar.

www.bngbank.nl

Niet van toepassing.

Utrecht

Vitens NV is een publiek (drink)waterbedrijf, waaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn. De aandelen van de NV zijn (in)direct in handen van provinciale en gemeentelijke overheden. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.

Vitens NV, Amersfoort, Baarn, De Bilt, Bunnik, Bunschoten, Eemnes, Hilversum, Houten, Leusden, Wijdemeren, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Scherpenzeel, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, IJsselstein, Zeist, Almere, Lelystad, Dronten, Zeewolde en de Provincie Utrecht.

De burgemeester neemt namens Houten deel aan het Algemeen en Dagelijks bestuur van het RHC.

Duurzame leefomgeving

Vitens is een publiek bedrijf. De aandeelhouders van Vitens – gemeenten en provincies – ondersteunen de maatschappelijke doelstellingen van Vitens, met (mede)verantwoordelijkheid voor gezondheid (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu. Voor de aandeelhouders wil Vitens een financieel krachtig bedrijf zijn en een marktconform dividend uitkeren bij een gezonde solvabiliteit.

Een goede drinkwatervoorziening tegen een betaalbare prijs voor de inwoners van alle deelnemende gemeenten en provincies.

Een goede drinkwatervoorziening tegen een betaalbare prijs voor de inwoners van Houten. Daarnaast het financiële belang in de vorm van dividend als aandeelhouder.

Er zijn geen afspraken met de andere deelnemers binnen deze regeling.

Niet van toepassing

Vier thema’s krijgen expliciet de aandacht in de komende jaren: schonere waterwingebieden, een betrokken personeelsbeleid, een optimale bediening van hun 5,7 miljoen klanten en het waarborgen van continuïteit in het proces van winnen, zuiveren en leveren van betaalbaar drinkwater: de kerntaak van Vitens.

Gemeente Houten is aandeelhouder. Sinds 2020 wordt er geen dividend meer uitgekeerd i.v.m. grootschalige investeringen.

Niet

Waterbedrijf Vitens

* De jaarrekeningcijfers over 2020 zijn op dit moment nog niet bekend.

De U10-gemeenten willen de goede perspectieven van de regio Utrecht als ontmoetingsplek voor Gezond stedelijk leven koesteren, versterken en benutten.
Zij werken daarom op vrijwillige basis samen in U10-verband door gemeenschappelijke onderwerpen en belangen te verkennen en op basis hiervan gemeenschappelijke ambities te formuleren en activiteiten te ondernemen.

De gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist vormen de U10-gemeenten.
De samenwerking werkt als een bestuurlijk netwerk en staat open voor andere gemeenten en overheden. Zij kunnen op basis van inhoud aanschuiven. Daarbij is het denkbaar dat zij een financiële bijdrage betalen, hetzij structureel, hetzij op projectbasis. Zo wordt op sommige onderdelen in U16-verband samengewerkt (energiestrategie, woningmarktregio en het Ruimtelijk-Economisch Programma).

De U10 kent geen dagelijks of algemeen bestuur. Het betreft een ‘lichte’ samenwerking op basis van een bestuursconvenant.
Leden van het college nemen op basis van hun portefeuille deel aan de regionale bestuurstafels (zie opsomming beneden).

Programma Samen leven
Programma Duurzame leefomgeving
Programma Goede bereikbaarheid

In regionaal verband wordt samengewerkt aan een gezonde, slimme en groene regio.

Gemeenten werken in U10-verband samen omdat de opgaven waar individuele gemeenten voor staan vaak grensoverschrijdend zijn of efficiënter en effectiever samen opgepakt kunnen worden. Daarnaast trekken U10 gemeenten gezamenlijk op richting provincie en Rijk.  

Houten is onlosmakelijk onderdeel van de stedelijke regio Utrecht, als het gaat om wonen, werken en leven. Daarom is het in het belang van Houten om in regionaal verband te werken aan een gezonde, slimme en groene regio.
Dat gebeurt aan de volgende bestuurstafels in het bestuurlijk netwerk U10:

• Gezonde woon- en leefomgeving
• Economische positionering
• Klimaatneutrale regio
• Duurzame bereikbaarheid
• Gezonde en inclusieve regio
• Groen en Landschap

Daarnaast wordt samengewerkt in twee ‘tafels’ over speciaal benoemde opgaven:

• Lobby en positionering
• Ruimtelijk Economisch Perspectief en Programma

Houten levert een actieve bijdrage aan U10 doordat het is vertegenwoordigd in alle bestuurstafels en plaatsvervangend trekker is van de tafel Klimaatneutrale regio.

In 2020 is de Contour van het Ruimtelijk-Economisch Programma vastgesteld in alle gemeenteraden. Hiermee worden de grote opgaven van de regio aan elkaar geknoopt. De Contour bevat een onderzoeksagenda die verder uitgewerkt is in 2020 en doorloopt in 2021 naar een Integraal Ruimtelijk Perspectief voor de regio. Ook voor de Regionale Energiestrategie (RES) zijn stappen gezet, waar o.a. de Ontwerp RES die is vastgesteld in de raden.

Uitvoering geven aan de ‘Koers Ontmoetingsplaats Gezond Stedelijk Leven’, een samenhangend uitvoeringsprogramma.

Houten levert een structurele inwonerbijdrage (jaarlijks gecorrigeerd met inflatie) van € 1,14 en € 0,30 voor het bestuursconvenant U10 respectievelijk het bestuursconvenant Verkeer en vervoer. Daarnaast levert Houten een structurele bijdrage van € 1,00 per inwoner voor het bestuursconvenant Economic Board Utrecht (EBU).
In totaal dus een inwonersbijdrage van € 1,54 voor de U10-samenwerking en € 1,00 voor EBU. Dit resulteert in een financiële bijdrage van € 121.000 in 2020.

Niet van toepassing

www.utrecht10.nl